Kijken, waarderen en verder werken

Mijn moeder vergat weer dat ze de werkstukken gemaakt had en was er dus ook niet speciaal trots op. Zo beschermde ze zichzelf. Als wij haar een compliment gaven, haalde ze haar schouders op. Dat was een spel dat ze de hele tijd speelde in de buitenwereld.

Cliënt: Irene (88) | Geïnterviewde: Linda, dochter van Irene | Beeldend therapeut: Daphne Ritzen
.
 

Mozaïek (papier collage, A4-formaat)

Als je het niet wist, merkte je niet aan mijn moeder dat ze de ziekte van Alzheimer had. Ze woonde nog zelfstandig met mijn vader, al werd dat later wel een wankel evenwicht. Het meest voor de hand liggende was om haar naar de dagbesteding te sturen, maar we kregen haar gewoonweg het huis niet uit, haar verzet was te groot.

Vroeger kon ze prachtige dingen naaien, maar op een gegeven moment wist ze niet eens meer hoe ze de draad in de machine moest krijgen. Ook het orgel spelen lukte niet meer. Daphne heeft anderhalf jaar lang een keer per week met mijn moeder gewerkt. Later zelfs twee keer per week. Bij mijn ouders thuis. Mijn moeder had een klik met haar. Ze vertrouwde Daphne, dat was belangrijk.

Deze collage had alles met ordening te maken. Haar achtergrond als scheikundige, haar voorliefde en besef dat cijfers en rechte lijnen haar domein waren, speelden ook een rol. Mijn moeder was iemand die haar leven tot in de puntjes geordend had, dus alzheimer was dan ook een behoorlijke ramp voor haar.
 

 

Ordening (waterverf, A4-formaat)

Daphne gaf geen duidelijke opdrachten, volgens mij, ze begonnen samen ergens en van het een kwam het ander. Vanuit een kleur, een lijn, wat vind je mooi. Mijn moeder kreeg de volle ruimte om zelf te kiezen, zodat ze even uit de frustratie van alzheimer was. Dat mijn moeder Daphne toeliet, was best uniek.

Mijn vader had niet altijd even fijnzinnig kritiek op haar werkstukken. Wat een kleuterdingetjes, zei hij bijvoorbeeld. En dat vond ze eigenlijk zelf ook. In het begin moesten we echt tegen mijn vader zeggen dat hij zich er niet mee moest bemoeien. Na een tijdje werd hij toen gelukkig minder negatief.

Zo kreeg zij iets voor zichzelf. Als ze ermee bezig was kon ze er helemaal in opgaan en ook gewaardeerd worden voor wat ze deed. Die positieve sfeer was belangrijk en ook de fysieke ontspanning die het haar gaf.

 

Landschap (waterverf, A4-formaat)

Ook dit schilderij ontstond gaandeweg, ze deed er meerdere dagen over. Eén lijn. Dan nog een lijn. En zo ontstond er geleidelijk aan een landschap. Van een vooropgezet plan zou ze opstandig zijn geworden.

Voor mij zijn het de uiterwaarden van de Nederrijn, zoals je die ziet vanaf de Wageningse Berg. Mijn ouders hebben daar lang gewoond en er veel gewandeld.

Na haar dood hebben we alle drie enkele werken uitgezocht. Ik heb dit landschap in mijn werkkamer hangen. Het is toch anders dan een foto. Ik vind het rustgevend. Een mooie tastbare herinnering.

 

Vogel (waterverf, A4-formaat)

Deze stond op haar kist, tijdens de crematieplechtigheid. Blauw was haar lievelingskleur, dat stond haar ook goed.
Je kunt de techniek van nat-in-nat duidelijk zien. Het toeval speelt daarbij een grote rol, kijken wat er gebeurt. Het materiaal gaat voor je werken, en daar kan je dan weer op reageren. Het symboliseert het in-het-moment bezig zijn. Tussendoor hadden we regelmatig contact met Daphne. Soms had mijn moeder van te voren helemaal geen zin om Daphne of wie dan ook te zien. Dan maakte ik me bezorgd. Maar zodra Daphne er eenmaal was, ging het geweldig. Daphne heeft me ook wel eens gemaild dat mijn moeder had zitten huilen. Ze voelde zich verdrietig en onmachtig en bij haar kon ze het uiten. Dat was bij mijn vader niet voortdurend mogelijk.
 

Nieuwsgierige ganzen (waterverf, A4-formaat)

Deze gansjes vind ik heel geinig. Eerst waren het streepjes. Later kwamen er oogjes in en pootjes. En toen waren het opeens gansjes die nieuwsgierig zijn naar wat er achter die struik gebeurt. Dat zie je ook wel vaak in kinderboeken, die associatieve plaatjes. Alles is mogelijk.

Mijn ouders zijn opgevoed met de mentaliteit dat je moest voldoen, er waren veel verplichtingen. Mijn moeder vond dat ze mijn vader moest verzorgen en het huishouden draaiende moest houden, maar dat lukte op een gegeven moment niet meer. Ik kan het zelf wel, zei ze vaak.

Wat Daphne deed, leek eigenlijk op het werken met een jong kind. Kijken, waarderen en verder werken. Je ziet iets, het is niet gek wat je ziet, het is leuk. Een mooie eenvoud.

Het was geen therapeutisch proces, in de zin dat er ergens naar toe werd gewerkt; het was steeds hetzelfde, het gaf mijn moeder fysieke en geestelijke rust, via de schilderijen nam ze meer ruimte voor zichzelf. Alleen maar met kleur en vorm bezig zijn. Niet resultaatgericht - dat hoefde niet.

“Het belangrijke van werken met Daphne was dat mijn moeder waardering kreeg, dat ze in het moment kon zijn, zich geaccepteerd voelde – niet belemmerd door verplichtingen.”

Download hier dit verhaal als pdf.

 

Interview genomen uit: Beeldende therapie ‘als we maar niet gaan haken, punniken of breien’, uitgegeven door de NVBT.